De snelste rij

Gewapend met een mandje avondeten en wat overbodige bonus-artikelen, bepaal ik mijn strategie. De pinkassa? Ha, ik weet wel beter! Die twee toeristen hebben natuurlijk alleen maar cash, dus die gaan straks de boel ophouden. De kassa in het hoekje? Nee, ook niet! Daar wordt een caissière ingewerkt. Opeens heb ik ‘m in het vizier: kassa 5. Dat gaat ‘m worden. Hoppa, nog precies voor die man die ‘m ook al in de smiezen had. Mooi, weer gelukt. Ik sta in de snelste rij. Afwezig bestudeer ik de boodschappen van de vrouw voor me. Gadver, sandwichspread. Wie smeert er nou iets op z’n brood dat iets wegheeft van… En dan bekruipt me ineens een gek gevoel. Voor het eerst sinds een hele lange tijd maak ik me weer druk om zoiets onbenulligs als de snelste rij. Maanden heeft het me geen bal geïnteresseerd. Stond ik op de automatische piloot met kant-en-klaarmaaltijden in mijn mandje lijdzaam af te wachten tot ik aan de beurt was. Verbaasde ik me over het feit dat iedereen zich zo stond op te winden over futiliteiten. Bizar vond ik het, dat niemand aan me kon zien hoe intens verdrietig ik was. En nu? Nu lijkt het erop alsof ik een stapje verder ben. Ik ben weer ongemerkt toegetreden tot de meerderheid der mensen die zich drukt maakt om stomme dingen. En dat besef, maakt me ineens zo ontzettend verdrietig…

Een gedachte over “De snelste rij

Plaats een reactie