“Weet je nog wie ik ben?” Voor me staat een breedlachende mevrouw die me verwachtingsvol aankijkt. “Raad eens!” Hulpeloos kijk ik naar de rij wachtenden achter haar. Hoewel we nog zo ons best hadden gedaan om géén condoleancerijtje te laten ontstaan, willen mensen tijdens een begrafenis blijkbaar graag dat gekke gebruik volgen: handjes schudden en ‘gecondoleerd’ prevelen. De mevrouw voor me besloot er echter iets gezelligs van te maken. Een raadspelletje had ze in gedachten. “Ik zal je een hint geven…” “Zegt ze dat nou echt?” denk ik verwonderd. Maar inderdaad, de quiz is begonnen. “Ik heb een andere achternaam, maar toch zijn we familie!” onthult de mevrouw haar wonder. “U bent een nicht van mijn vader?” antwoord ik emotieloos. Enigszins beteuterd dat ik haar spel zo snel afkap, keurt ze mijn antwoord goed. “Inderdaad! Jouw vaders tante is mijn moeder. Maar weet je nog hoe oud je was toen ik je voor het laatst zag?” Oh God, het is een taaie. Deze dame geeft zich niet zomaar gewonnen. De quiz gaat gewoon verder. “Wat win ik als ik deze vraag ook goed heb?” vraag ik haar bloedserieus. “Zo klein nog maar!” negeert ze mijn opmerking terwijl ze door haar knieën zakt en de hoogte van een tuinkabouter afmeet. “Goh. En nu ziet u me hier weer. Wat enig.”
Misschien moet ik wat milder zijn, maar het lukt me niet. Waarom doet deze vrouw zo uitzonderlijk raar? Ziet ze niet aan me dat een raadspelletje het laatste is waar ik nu zin in heb? Maar nee, de dame ratelt onverstoorbaar verder. “Hoe lang geleden is het nou dat jouw oma stierf?” “Ach ja, haal er nog een sterfgeval bij!” denk ik ongeduldig. Ik moet nú iets doen om haar de mond te snoeren. Koortsachtig overpeins ik de mogelijkheden. Een reclameblok instarten tijdens een quiz is logisch op tv, maar wat raar tijdens een begrafenis. Haar naar huis sturen met een koffer met geld behoort ook niet tot de mogelijkheden. En dan ineens weet ik het. De ongemakkelijkheid druipt van deze vrouw af. En daarom heeft ze werkelijk geen flauw idee wat ze moet zeggen. Dus ratelt ze gewoon een eind door. Misschien helpt het als ik haar ongemakkelijke gevoel uitspreek. “Ongelooflijk hè dat ‘ie er zomaar ineens niet meer is. En wat is het moeilijk om daar iets over te zeggen,” snoer ik resoluut de mond van mevrouw de quizmaster. “Kind, ik vind het zo moeilijk voor je. Maar wat praatte je mooi. Ik ga gauw je broers even gedag zeggen. Dag!” Exit quizmevrouw. “Volgende patiēnt!” fluister ik richting de rij wachtenden.
Leuk geschreven over zo’n moeilijk moment. Ik herken het eigenlijk wel maar heb er nog nooit zo luchtig over nagedacht. Knap van je!
LikeGeliked door 1 persoon
Goed beschreven, heeeeeel herkenbaar!!!
LikeLike