Verstoppertje

Het lollige van rouwen is dat het soms net lijkt alsof je in een zwarte comedy meespeelt. Zo ontwikkelde ik in de eerste maanden na papa’s dood een bovenmatige interesse in mensen die heel raar gaan doen omdat ze geen idee hebben wat ze moeten zeggen. Ik kan iedereen in de rouw zulke figuren aanraden. Ze zorgen er namelijk voor – zonder dat ze dat zelf doorhebben – dat je het lachen niet verleert.

Mijn setje rare snuiters openbaarde zich vooral in de kennissensfeer. Een vrouw met wie ik op dat moment veel samenwerkte (je kent haar wel, zo’n tetter die altijd zó hard door de telefoon blèrt, dat je ‘m een eindje van je oor vandaan moet houden) belde naar kantoor, maar was totaal overrompeld dat ze mij aan de lijn kreeg. “Hejswie sjemiesonsjje weh” fluisterde ze ontdaan. “Met wie?” galmde ik. “Miesjoe whoemoe pssjommeme” werd er geantwoord. “Mevrouw, waarom fluistert u?” riep ik luid. Iets verstaanbaarder volgde een antwoord en zo ontrafelde ik eindelijk wie ik aan de lijn had. “Waarom fluister je toch?” vroeg ik opnieuw. “Vindhetzoergvoorje” hoorde ik vaag aan de andere kant. Mijn sensor detecteerde direct een gevalletje ‘onhandig met rouwende zakenrelatie’. Ik besloot haar een koekje van eigen deeg te geven. “Wat erg voor je dat je niet meer hard kan praten,” fluisterde ik zodoende terug. “Wat zeg je?” tetterde ze ineens weer op haar oude volume. “Dat ik zo blij ben dat we zo’n ongemakkelijk gesprek aan het voeren zijn!” benoemde ik het beestje maar even bij de naam. “Goh, nou, ik rijd net een tunnel in, ik bel later weer,” was haar ontwijkende antwoord. De rest van de dag bleef zij vermoedelijk in die tunnel steken, want ik hoorde niets meer.

Op de begrafenis komt S. op me af. Als een doventolk in een depressie begint ze geluidloos naar me te gebaren. “Wat is er met jou aan de hand?” vraag ik. Ze wijst naar haar keel en gebaart uiterst gestrest richting haar vriend. “Waarom doet ze zo raar?” vraag ik vrij tactloos aan hem. “Jouw verdriet is op haar stem geslagen,” is het volslagen onverwachte antwoord. “Sorry?” vraag ik hem verbaasd. “Zo erg, ze kan al vier dagen geen woord meer uitbrengen,” verduidelijkt hij. “Jeetje,” voeg ik er snugger aan toe, “ik wist niet dat het besmettelijk was.” Slecht verborgen dat hij zich ergert over mijn botte reactie zegt hij: “Het is echt heel erg hoor. We hebben geen idee wanneer haar stem weer terugkomt.” “Nou, mag ik jullie dan ontzettend veel sterkte toewensen de komende periode?” zeg ik gespeeld bezorgd voordat ik me omdraai richting de mensen die nog wel gewoon kunnen praten.

Ander moment. Zonder inspiratie oriënteer ik me op de producten in het koelvak in de supermarkt. In mijn ooghoek zie ik iemand wegduiken. Maar een stukje van haar opvallende jas verraadt dat ik hier te maken heb met L; een vriendin van een vriendin.  Verbaasd wandel ik de hoek om en kijk of ik het goed zag. Ja. Ze is het. Maar omdat zij mij ook heeft gespot en daar even helemáál niet op zit te wachten, neemt ze een soort snoekduik achter een bak aanbiedingen. Aha. Een ontloper. Helaas weet de ontloper niet dat ik dit kat-en-muisspel zeer vermakelijk vind. Dus zo begint haar marteling. Steeds als ze denkt dat ze van me af is, duik ik ineens weer op. Als een sluipschutter achtervolg ik haar ongemerkt langs pasta, kaas en toetjes. Ongemakkelijk kijkt ze om zich heen of ik nog ergens in de buurt ben. En net als ze besluit dat ze me heeft afgeschud en haar spullen op de band kan leggen, duik ik achter haar op. “Hoi L!” zeg ik tegen haar. De schrik op haar gezicht is onvergetelijk prachtig. “Oh, hoi, hé, nou, dat is toevallig. Lang geleden zeg. Jeetje. Hoe is het? Met mij goed hoor. Nou, nieuwe baan enzo. Verhuizen. Leuk allemaal, maar druk! Ongelooflijk. M. nog gesproken laatst? Ja, haha, gierend bezopen geweest. Gênant. Maar ja. Mag ik ook een keer? Nee, ik hoef geen zegels. Ja, wel een tas. Nou, hé, leuk je gezien te hebben. Je ziet er goed uit, meid! Ik moet rennen, doei!” Gehaast snelt ze de supermarkt uit. “Ze vergeet de helft,” zegt de caissière. “Ja,” zeg ik met een begrijpende blik,  “maar ze had ook ontzettende haast.”

Plaats een reactie